Bronmaatregelen LTT

Technisch

Maak alle energiebronnen afsluitbaar
Hier is beschreven hoe primaire en secundaire energiebronnen geïnventariseerd worden. Zodra de energiebronnen bekend zijn, gaat het er om dat bij de betreffende installaties en machines onderzocht wordt hoe een nulenergie status bereikt kan worden. Per energiebron moeten voorzieningen worden getroffen zodat het afsluiten in de praktijk haalbaar is.

Ook voor het afvoeren of veilig stellen van de nog aanwezige restenergie moeten zowel de beschikbare middelen als de beoogde (LTT) methode werkbaar zijn. Als voorbeeld geldt het werken aan een drukvat. Bij het stilzetten van een installatie is er geen afname meer. Als dan de toevoer wordt dichtgezet, denkt men de energietoevoer te hebben geblokkeerd en daarmee veilig te kunnen werken aan het vat. Om veilig te kunnen werken moeten echter ‘blokkeer’ en ‘leegloop’ mogelijkheden (Block & Bleed) aangebracht worden.

In veel bestaande situaties komt het in deze fase aan op fysieke aanpassingen zoals bijvoorbeeld het verplaatsen van afsluiters naar beter bereikbare posities, waarmee ook aftapmogelijkheden voor of blokkeren van restenergie moet worden meegenomen.

Aan de hand van de in bijlage 1: Inventarisatie Energiebronnen (LTT) verzamelde informatie kan een totaaloverzicht gemaakt worden van de te maken aanpassingen. Als alle energiebronnen afsluitbaar zijn, komt de vraag hoe en door wie dit gedaan mag worden. In de volgende paragraaf wordt hierop verder ingegaan.

Organisatorisch

Opstellen van een afschakelprocedure 
Afhankelijk van de omvang en complexiteit van machines en installaties, is een afschakelprocedure nodig waarin is vastgelegd wie welke objecten mag afschakelen en hoe dit dient te gebeuren. Vakbekwaamheidseisen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden moeten aan de hand van NEN 3140 worden geregeld. Voor eenvoudige machines met één energiebron (elektriciteit) kan volstaan worden met het verwijderen en isoleren van de stekker met een hiervoor bestemd omhulsel.

Complexere machines en installaties vereisen een afschakelprocedure waarin naast de afschakelposities en schakelbevoegdheden ook de werkwijze en volgorde zijn beschreven. Een voorbeeld van een afschakelprocedure is toegevoegd als bijlage 2: Voorbeeldprocedure Afschakelen van Objecten.

In een afschakelprocedure zijn de volgende principes toegepast:

  • De status van de installatie (aan/uit/transitie) is per onderdeel altijd zichtbaar voor betrokkenen. Er wordt geschakeld op de hoofdschakelaar (elektrisch of mechanisch).
  • Autorisaties (schakelbevoegdheden) zijn volgens NEN 3140 op diverse niveaus vastgelegd, inclusief de mogelijkheid om in uitzonderlijke situaties te kunnen overrulen.
  • Er wordt gewerkt met onderlinge controles, waardoor degene die schakelt nooit zijn eigen schakelingen controleert.
  • Alle handelingen en incidenten worden geregistreerd in een logboek waardoor de procedure verder verbeterd kan worden.

Stappenplan voor het bereiken van een nulenergie status 
Indien een afschakelprocedure is vereist, dan is dit de leidraad voor het afschakelproces en wordt de installatie geschakeld naar de nulenergie status. De volgende stappen moeten worden doorlopen om de nulenergie status te bereiken, te borgen en na afronden van de werkzaamheden weer op te heffen:

Bij het vrijgeven van de machine/installatie geldt een omgekeerde werkwijze. Vóór blokkades en beveiligingen worden opgeheven, moeten o.a. de volgende zaken geregeld zijn:

  • Gereedschap is verwijderd
  • Apparatuur/componenten zijn gecontroleerd
  • Toegangspanelen, hekken en veiligheidssystemen zijn weer in operationele staat
  • Er is gecontroleerd of er geen personen meer aan, op, in of onder de installatie werken

Na overleg over vrijgave kunnen vergrendelingen en veiligheidskaarten door de bevoegde personen verwijderd worden en wordt de machine overdragen aan productie.

Opmerkingen

In de afschakelprocedure wordt onderscheid gemaakt tussen bevoegde personen en betrokken personenBevoegde personen zijn medewerkers of contractors die geautoriseerd zijn om een machine of installatie d.m.v. de LTT-instructie zelfstandig of in teamverband energieveilig te stellen. De bedrijfsleiding bepaalt of een persoon bevoegd is. Naast voldoende kennis van de machine of installatie is het noodzakelijk dat een bevoegd persoon opleiding heeft genoten over de LTT-werkwijze in het bedrijf.

Betrokken personen zijn mensen die werkzaamheden verrichten aan een machine of installatie die op dat moment d.m.v. de LTT-instructie energieveilig is gesteld.