2. Bekneld raken bij een kantelend transportmiddel
Een kantelende heftruck kan bijvoorbeeld fataal zijn voor de bestuurder als hij onder het voertuig terechtkomt. Reachtrucks en elektrische handpallettrucks hebben risico’s die vergelijkbaar zijn met heftrucks. Het is mogelijk dat een heftruck kantelt wanneer:
- Het transportmiddel te zwaar beladen is;
- Het gewicht van de last niet gelijkmatig verdeeld is;
- De chauffeur een bocht met een te hoge snelheid neemt;
- Met een hooggeheven last gereden wordt;
- Met de mast of het hijswerk tegen een hooggelegen constructie gereden wordt
Als de chauffeur niet vastzit in de cabine door een gordel, beugel of deur kan deze vervolgens bekneld raken onder het transportmiddel.
2.1 Bronmaatregelen
2.1.1 Voorkomen intern transport
Om het risico op gevaarlijke situaties zo veel mogelijk te beperken is het in eerste instantie zaak om intern transport zoveel mogelijk te vermijden. Hierbij wordt het proces zo ingericht dat er zo min mogelijk verplaatsingen nodig zijn. Dit is het meest eenvoudig toe te passen bij een nieuw in te richten pand, maar ook in bestaande situaties zijn er vaak nog mogelijkheden om het proces aan te passen zodat er minder transportbewegingen nodig zijn.
2.1.2 Vervangen interne transportmiddelen
Wanneer nieuwe interne transportmiddelen worden aangeschaft, eventueel ter vervanging van de huidige transportmiddelen, is het een goed moment om stil te staan bij de actuele veiligheidseisen. De veiligheid van interne transportmiddelen wordt grotendeels bij de aanschaf bepaald. In deze arbocatalogus worden verschillende veiligheidseisen voor heftrucks en vergelijkbare transportmiddelen genoemd.
2.2 Collectieve / technische maatregelen
2.2.1 Verplichte beveiligingen op heftrucks
Wanneer het niet mogelijk is om het gebruik van interne transportmiddelen te voorkomen dienen technische maatregelen genomen te worden om risico’s zoveel mogelijk weg te nemen (art 7.17a Arbobesluit). Deze beveiligingen spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van ongelukken en het waarborgen van de veiligheid van zowel de bestuurder als andere medewerkers in de werkomgeving. Alle bedrijven binnen het Verbond PK dienen in ieder geval deze beveiligingen op heftrucks te hebben. Deze voorschriften gelden voor zover dat van toepassing is ook op vergelijkbare transportmiddelen, zoals reachtrucks.
- Veiligheidsgordel, -beugel of -deur. Wanneer deze aanwezig is in de heftruck dient deze op de juiste wijze gebruikt te worden. De combinatie van een veiligheidsgordel of -beugel met startonderbreker stimuleert correct gebruik van deze beveiligingen.
- Rollover Protection System (ROPS): dit is een rolkooi om de bestuurder te beschermen in het geval dat de heftruck kantelt.
- Snelheidsbeperkingen bij het rijden met een geheven last
Een voorbeeld van een bovenwettelijke goede praktijk is een automatisch stabiliteitscontrolesysteem. Een dergelijk systeem kan de stabiliteit van de heftruck bewaken en indien nodig corrigerende maatregelen nemen om kantelen te voorkomen.
Nog een voorbeeld van een bovenwettelijke maatregel is de Streambelt driepuntsgordel. Deze felrode driepuntsgordel heeft behalve de twee gebruikelijke bevestigingspunten nog een derde punt aan de stijl van het dak. De gordel hangt daardoor al voor het grijpen tijdens het opstappen, waardoor het lastiger wordt gemaakt om zonder gordel te rijden.
2.3 Organisatorische maatregelen
2.3.1 Alleen geautoriseerde bestuurders
Voor het veilig gebruik van interne transportmiddelen behoort een groep geautoriseerde gebruikers te worden bepaald. Hieronder valt iedereen die binnen het bedrijf een transportmiddel mag besturen of bedienen. Werkgevers zijn verplicht om mobiele arbeidsmiddelen met een eigen aandrijving te laten bedienen door mensen die voor het besturen van zo’n transportmiddel specifieke deskundigheid bezitten. Het gaat hierbij niet alleen om de vaktechnische vaardigheden om de machine veilig te bedienen, de bediener moet ook op de hoogte zijn van verkeersregels en veiligheidsvoorschriften die gelden in het bedrijf.
Op basis van een risico-inventarisatie en evaluatie kan bepaald worden om welke arbeidsmiddelen het gaat en wat nodig is om de deskundigheid te verkrijgen.
Om de vereiste opleiding en training van bestuurders en bedieners aantoonbaar te kunnen maken zou bijvoorbeeld een opleidingsmatrix gebruikt kunnen worden. Hierin staat van iedere functionaris welke deskundigheid benodigd is, de registratie van certificaten en geplande data voor herhalings- en opfriscursussen.
Een voorbeeld van een bovenwettelijke goede praktijk is een toegangscontrolesysteem. Hiermee hebben alleen geautoriseerde bestuurders toegang tot de heftruck. Identificatie kan bijvoorbeeld door middel van een pincode, een badge of een vingerafdrukscan. Behalve voor toegang kan dit systeem ook gebruikt worden voor tracking.
2.4 Persoonlijke beschermingsmaatregelen
n.v.t.