Oplossingen voor geluidsproblematiek

Eerste inventarisatie
Onder representatieve productieomstandigheden is een normaal gesprek op één meter afstand van elkaar niet mogelijk. Er is dan waarschijnlijk sprake van een geluidniveau boven de 80 dB(A) en in een uitgebreide inventarisatie noodzakelijk.

Uitgebreide inventarisatie
Een uitgebreide inventarisatie om de geluidblootstelling te bepalen kan in eenvoudige situaties uitgevoerd worden met behulp van een simpele geluidmeter en het rekenprogramma van het convenant.

In complexere situaties, met veel geluidbronnen met wisselende geluidniveaus en variabele blootstellingstijden, dient de inventarisatie uitgevoerd te worden door een (akoestisch) deskundige van een gespecialiseerd bureau of arbodienst.

Deze inventarisatie dient in overeenstemming met artikel 6.7 (Nadere voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie, beoordelen en meten) van het Arbobesluit uitgevoerd te worden. (Metingen uitgevoerd overeenkomstig NEN 3418:2003nl geven een valide uitslag.)
Een inventarisatie moet zovaak als de veranderingen in de situatie dat noodzakelijk maken geheel of gedeeltelijk worden herhaald. Minstens eenmaal in de vijf jaar wordt er met behulp van eenvoudige metingen gecontroleerd of de geluidsituatie nog in overeenstemming is met de bovengenoemde inventarisatie.

Evaluatie
De uitgebreide inventarisatie moet minstens een goed inzicht geven in de heersende geluidniveaus en de blootstellingduur aan het gevaarlijke geluid van de medewerkers. Daarnaast moet het bouwstenen voor een plan van aanpak opleveren om de geluidniveaus, respectievelijk de geluidblootstelling te verminderen.

Plan van aanpak
Het plan van aanpak waarmee de geluidrisico’s verminderd worden moet opgesteld zijn volgens de arbeidshygiënische strategie (zie algemeen deel). Voor geluidreductie kan er bijvoorbeeld gedacht worden aan de volgende strategische aanpak:

  1. Constructieve maatregelen aan de bron, zoals schuine in plaats van rechte vertanding, andere materialen in de aandrijving of voor leidingen en andere opstelling van de bron.
  2. Maatregelen nabij de bron, zoals aanzuig- en afblaasdempers, omkastingen, kappen en leidingisolatie.
  3. Maatregelen binnen de ruimte, zoals baffels en absorberende wanden en plafonds.
  4. Maatregelen nabij de persoon, zoals geluidscherm en bedieningsruimte.
  5. Maatregelen bij de persoon, zoals gehoorbescherming, beperking van de blootstellingstijd en roulatie van werkzaamheden.

Hoofdstuk 7 van het Handboek geluidsanering beschrijft deze strategie uitvoerig.

NEN 3418:2003nl is de opvolger van de NEN 3418 én NEN 3419.